Twenty-five years ago, robotics guru Joseph Engelberger had a mission to motivate research teams all over the world to design the ‘Elderly Care Giver’, a multitasking personal robot assistant for everyday care needs in old age. In this article, we discuss how this vision of omnipotent care robots has influenced the design strategies of care robotics, the development of R&D initiatives and ethics research on use of care robots. Despite the expectations of robots revolutionizing care of older people, the role (...) of robots in human care has remained marginal. The value of world trade in service robots, including care robots, is rather small. We argue that the implementation of robots in care is not primarily due to negative user attitudes or ethical problems, but to problems in R&D and manufacturing. The care robots currently available on the market are capable of simple, repetitive tasks or colloquial interaction. Thus far, also research on care robots is mostly conducted using imaginary scenarios or small-scale tests built up for research purposes. To develop useful and affordable robot solutions that are ethically, socially and ecologically sustainable, we suggest that robot initiatives should be evaluated within the framework of care ecosystems. This implies that attention has to be paid to the social, emotional and practical contexts in which care is given and received. Also, the political, economic and ecological realities of organizing care and producing technological commodities have to be acknowledged. It is time to openly discuss the drivers behind care robot initiatives to outline the bigger picture of organizing care under conditions of limited resources. (shrink)

This article examines how the interactive capabilities of companion robots, particularly their materiality and animate movements, appeal to human users and generate an image of aliveness. Building on Husserl’s phenomenological notion of a ‘double body’ and theories of emotions as affective responses, we develop a new understanding of the robots’ simulated aliveness. Analyzing empirical findings of a field study on the use of the robot Zora in care homes for older people, we suggest that the aliveness of companion robots is (...) the result of a combination of four aspects: 1) material ingredients, 2) morphology, 3) animate movements guided by software programs and human operators as in Wizard of Oz-settings and 4) anthropomorphising narratives created by their users to support the robot’s performance. We suggest that narratives on affective states, such as, sleepiness or becoming frightened attached to the robot trigger users’ empathic feelings, caring and tenderness toward the robot. (shrink)

System-level change is crucial for solving society's most pressing problems. However, individual-level interventions may be useful for creating behavioral change before system-level change is in place and for increasing necessary public support for system-level solutions. Participating in individual-level solutions may increase support for system-level solutions – especially if the individual-level solutions are internalized as part of one's social identity.

El siguiente documento es el resultado de un seminario de investigación sobre novela policíaca latinoamericana reciente, desarrollado en el curso de Novela Latinoamericana, de la Facultad de Filosofía y Letras en la Universidad de La Salle. La fundamentación teórica del seminario tuvo como marco general la Estética de la Recepción fundada en la Escuela de Constanza, Alemania, por Hans Robert Jauss y Wolfgang Iser. Para el caso concreto de la teoría literaria sobre novela policíaca vista en perspectiva sociológica, preferimos apelar (...) a las reflexiones fundacionales de Roger Caillios (1942), las que tiene un sugestivo subtítulo, a saber, La novela policíaca. –De cómo la inteligencia se retira del mundo para consagrarse a sus juegos y de cómo la sociedad introduce sus problemas en éstos. Por otra parte, elegimos la novela corta de Roberto Bolaño, La pista de hielo; y sobre esta elaboramos distintas hipótesis de trabajo, hasta lograr, al juicio de nuestros lectores, una propuesta de teoría literaria, que dé cuenta de la nueva narrativa policíaca. (shrink)

Esta obra se concentra en cuatro temas cruciales de la formación de docentes, tanto antes como durante el servicio y en la enseñanza en diferentes áreas y niveles educativos. En primer lugar, se aborda el asunto de las creencias que los docentes tienen sobre el proceso educativo, las cuales parecen influir en la práctica profesional que estos desarrollan y, por lo tanto, deberían recibir la atención explícita de los procesos de formación de docentes que deseen promover prácticas específicas. El segundo (...) tema de la obra es la relación entre la formación de docentes y la política pública que la rige. En particular, se analizan las reformas curriculares implementadas por varias licenciaturas en universidades privadas colombianas, en respuesta a reformas a la normatividad sobre las condiciones de calidad que a las que deben ajustarse todas las licenciaturas del país. El tercer tema analizado es en qué medida los docentes en educación superior van más allá del dominio de su saber disciplinar atribuyendo importancia a la pedagogía, la didáctica y la práctica reflexiva en su propia práctica docente. Finalmente, se discuten aspectos de la formación de docentes relacionados con los procesos vividos y los retos encontrados por los docentes al entrar en la profesión, su socialización en la comunidad docente, sus identidades como maestros y su motivación para ser docentes. Vale la pena señalar que las contribuciones a este libro comparten el uso de metodologías cualitativas y presentan los resultados de historias de vida, entrevistas, observaciones, y análisis documentales, entre otros. (shrink)

Keuze van artikelen uit het werk van de Vlaamse filosoof over wetenschap, milieu, en medische en biologische ethiek.

Looking back at the twentieth century the question is what we have 'learned' in the field of philosophy in that century. In the case of philosophy 'learning' is understood as getting a more adequate insight into the frameworks in terms of which we spell our experience, in particular as getting an eye for aspects of it that were overlooked or insufficiently noticed in the philosophy of earlier periods. In that connection four themes are discussed: 1. subjectivity and inwardness, i.e. the (...) issue of the special mode of being of the subject ; 2. intersubjectivity and connectedness, i.e. the 'discovery' that by the relation between subjects a very special dimension of reality is indicated that cannot be adequately characterized in terms of the subject-object relationship ; 3. mediation, the issue that meanings are always context and tradition bound, that subjectivity, mind, etc., manifest themselves only as 'incarnated', mediated by nature ; and 4. the evolution from a uniform to a manifold concept of rationality and experience. (shrink)

Wie ‘Mill’ zegt, zegt in eerste instantie bovenal ‘vrijheid’ en ‘utilisme’. In hun onderling verband vormen deze begrippen nog steeds een sterke verwoording van het zelfbegrip van de moderne mens. In de maakbare, nieuwe wereld van het modernisme ervaart de mens de mogelijkheid en wenselijkheid, de wereld naar eigen inzicht en ontwerp in te richten. Daarbij verlangt hij zo veel mogelijk verschoond blijven van onderdrukkende, traditionele, paternalistische machten, of die nu van de overheid komen of uit de samenleving. Richtsnoer vormt (...) niet meer louter de morele wet die hij zichzelf oplegt, of door anderen opgelegd krijgt, maar het systeem van sociale wetten zoals dat wordt geformuleerd in de positieve wetenschap: de economie en de sociologie. (shrink)

Literatuur leeft. Na een betrekkelijk stabiel maar sluimerend bestaan in de marges van de cultuurbijlagen is de literatuur sinds een jaar zowel de inzet als het mikpunt van een felle discussie. Aanstichter van deze discussie is hoogleraar moderne letterkunde Thomas Vaessens, die met zijn De revanche van de roman een vurig pleidooi hield voor de terugkeer van de literatuur naar de binnencirkel van het actuele debat. Aan zijn pleidooi ligt een diepe onvrede ten grondslag over het feit dat de literatuur (...) in de loop van de twintigste eeuw haar waarde als betekenisvolle cultuuruiting lijkt te hebben verloren. (shrink)

Fundamentele filosofische studie over hermeneutiek, opgevat als het stem geven aan degene die niet (meer) zelf kan spreken, met beschouwingen over het betreffende gedachtegoed van enkele vooraanstaande denkers zoals Plato en Heidegger.

De apostel Paulus spreekt in één van zijn brieven over ‘de verduistering van het verstand’ — een verduistering die het gevolg is van zonde.1 In het werk van een groot aantal filosofen uit de westerse filosofische traditie heeft dit woord van Paulus op een of andere wijze weerklank gevonden. Bij Augustinus, Anselmus, Thomas van Aquino, Jonathan Edwards, Kierkegaard, John Henry Newman en Franz von Baader bijvoorbeeld, en in ons land bij Abraham Kuyper en Herman Dooyeweerd, vindt men reflecties over de (...) noëtische gevolgen van de zonde.2 Deze denkers hebben de noëtische doorwerking van de zonde onder meer aangewezen in de volgende verschijnselen: dat mensen allerlei onware gedachten hebben dat onze kenvermogens lang niet altijd naar behoren functioneren, zoals onder andere blijkt uit geheugenzwakte, misperceptie en foutief redeneren dat mensen het vaak onderling oneens zijn. (shrink)

Onderzoekers die kritiek willen leveren op de institutionele eisen die doorgaans aan hun werk worden gesteld, nemen meestal een visie op de zin en noodzaak van onderzoek als uitgangspunt. Ze laten zien dat een onderzoeker die ‘goed scoort’ volgens de maatstaven van publieke onderzoeksfinanciers, zoals in Nederland nwo, nog geen goed onderzoekswerk levert. En ze geven redenen om te betwijfelen dat een instituut dat zich een ‘topinstituut’ mag noemen niet per se mensen opleidt die in staat zijn om zelfstandig hoogwaardig (...) en vernieuwend onderzoek te doen. (shrink)

Aan het eind van Zur Genealogie der Moral kondigt Nietzsche aan dat hij later een boek zal schrijven over ‘de geschiedenis van het Europese nihilisme’ . Dat boek is er nooit gekomen, althans niet van Nietzsches hand. Het enige wat we hebben zijn de aantekeningen daarvoor in zijn nalatenschap. Een van die notities is het beroemde ‘Lenzer Heide Ontwerp’ , een tekst waaraan Nietzsche zelf de titel Het Europese nihilisme gaf.Nadat Nietzsche de winter van 1886/87 in Nice had doorgebracht, trok (...) hij in het voorjaar weer richting Zwitserland om zich voor de zomer in Sils Maria te vestigen. In Nice had hij juist Dostojevski ontdekt, van wie hij onder andere de Aantekeningen uit het ondergrondse las, een boek dat een zeer kritische psychologie van de nihilist bevat. Op zijn reis naar het Engadin bleef Nietzsche steken omdat het in het hooggebergte nog te koud was en de Julier-pas nog niet sneeuwvrij. Tijdens zijn gedwongen oponthoud in Lenzer Heide noteerde hij deze tekst, aan de hand waarvan we nu een paar elementen van Nietzsches analyse van het Europese nihilisme belichten. (shrink)

Hoewel misschien minder dan vroeger, zijn velen van ons op zoek naar waarheid, of ‘de’ waarheid . We beseffen dat het ‘hebben’ van waarheid een groot goed is. We beseffen ook dat waarheid, of ‘de’ waarheid, soms of vaak, moeilijk te achterhalen is: het is een soms of vaak ongrijpbaar goed. Wie echter geen volslagen scepticus is kan in beginsel lijsten aanleggen van beweringen waarvan hij weet dat ze waar zijn, beweringen waarvan hij weet dat ze onwaar zijn, maar ook (...) van beweringen waarvan hij niet weet of ze waar dan wel onwaar zijn. (shrink)